Didactisch Handelen

4.1) Het maken van didactische keuzes

4.1.1) De docent toont aan dat bij het ontwerpen van leerpraktijken met inzet van ICT leerdoelen, leerproces en toetsing op elkaar zijn afgestemd.

Onlangs heb ik als een van de laatste afsluitende lessen van het jaar voor het vak Engels een les ontworpen omtrent luistervaardigheid, waarbij leerlingen ook moesten samenwerken. Doelen van de les was om in te spelen op het Affective Filter (Krashen, 1988) middels muziek. Er zijn veel studies die ook noemen dat muziek effectief is bij het oefenen van luistervaardigheid, aangezien door een hoger tempo de leerlingen goed moeten opletten. Het concrete cognitieve doel was dat de leerling na het eind van de les een eigen alternatieve songtekst kon maken op het ritme van een nummer en hierdoor zou oefenen met luistervaardigheid. 

 

De les begint met een inkoppertje: een mentimeter poll waarin ik vroeg wie er wel eens muziek luistert. Uiteraard heel de klas. Daarna kwam de tweede stelling: wie vindt dat Engelse songteksten vaak beter en mooier klinken? Weer vrijwel heel de klas. Daarna een laatste stelling: wie kan beter een nummer schrijven: jij of jouw favoriet? Het merendeel antwoordde 'ja'. 

Hierna kwam de werkvorm dat ik leerlingen liet oefenen met luistervaardigheid en hun songtekst, waar ze later mee aan de slag zouden, liet oefenen op www.lyricsgaps.com. Hierop kunnen ze op verschillende niveaus oefeningen maken over een nummer. 

Vervolgens liet ik ze samenwerken in één Google Doc om een alternatieve songtekst te maken. In groepjes van 4 maakte elke leerling afzonderlijk een gedeelte nieuwe songtekst op een door hun gekozen nummer. 

Ik sloot af met een Kahoot waarin ik nog wat vragen heb verwerkt over wat zij hebben geleerd van het luisteren naar muziek en wat ze geleerd hebben van de specifieke songteksten. Als afsluiter keken ze naar de volgende video die zichtbaar is door hier rechts op de afbeelding te klikken. 


4.1.2) De docent toont aan een relevante, rijke en effectieve leeromgeving te kunnen inrichten met ICT.

In Magister heb ik altijd gewerkt met extra materialen. Hier zal ik verder op ingaan. Op basis van Steven's behoefte van leerlingen - autonomie, relatie en competentie - is het zinvol dat leerlingen kunnen leren van materialen die zij zelf hebben gemaakt, maar ook dat zij zelf kunnen kiezen welke materialen zij kunnen gebruiken om hun leerdoel te bereiken. Dit geeft hen regie over het leerproces. Hierop sluiten we aan op het Comenius @ Forum. Dit betekent voor mij ook dat ik mijn ELO vul met materialen die leerlingen zijn gemaakt. Te vinden materiaal is bijvoorbeeld het volgende:

  • Visuele filmpjes met uitleg over grammatica en bijvoorbeeld briefconventies
  • Extra opdrachten over grammatica (veelal Meestergijs)
  • Samenvatting document als product van een les, waarin ik groepjes maak en allemaal een samenvatting laat maken over Engelse grammaticale tijden als naslagwerk voor henzelf
  • Weblinks naar verschillende leuke oefen websites zoals Learn English Teens van The British Council, Meester Gijs, Memrise
  • http://learnenglishteens.britishcouncil.org/study-break/games
  • De link hierboven is de Games sectie van Learn English Teens, waar zij naartoe mogen als alle stof af is

4.1.3) De docent toont aan individuele leerprocessen en samenwerkend leren te kunnen aansturen en begeleiden met een effectieve inzet van ICT.

Afgelopen jaar heb ik uitvoerig gewerkt met het online platform VO-next als methode, zoals eerder uitgelegd onder 1.3.2 hoofdstuk Attitude. Deze methode werkt gestroomlijnd op één niveau, namelijk havo/vwo. Er was ook een functie om de aangeboden content aan te passen en dit gebruikte ik vaak als manier van maatwerk om te differentiëren en verrijkingsstof aan te bieden. Hierdoor werkte ik aan individuele leerprocessen. Ook kon ik begeleiden door feedback te geven op taken en opdrachten waar onvoldoende op werd gescoord opnieuw aan te bieden. Deze opdrachten moesten opnieuw worden gemaakt alvorens verder te kunnen gaan in de module. Verder biedt VO-next het volgende:

  • toegang tot de online leeromgeving van VO-next met de complete digitale leermethoden voor negen vakken en met een leerlingvolgsysteem (dashboard);
  • netwerkbijeenkomsten voor leidinggevenden van scholen die hetzelfde traject doorlopen;
  • ondersteuning van de school(leiding) bij het kiezen van het best passende organisatiemodel, gelet op de stand van de ontwikkelingen binnen de school;
  • scholing voor docenten van de betrokken vakken in onder andere e-didactiek, arrangeren en het plaatsen van leermaterialen in de leeromgeving.

4.2) ICT organiseren in de (digitale) leeromgeving

4.2.1) De docent toont aan dat hij de benodigde faciliteiten, hard- en software kan organiseren.

Tijdens de presentatie van mijn ICT portfolio zorg ik ervoor dat ik mijn materialen efficiënt en vlug kan aansluiten, en al het materiaal toegankelijk zal zijn. 

 

4.2.2) De docent toont aan dat hij de schoolregels ten aanzien van ICT toepast en in staat is deze te vertalen binnen zijn onderwijscontext.

De regels van het gebruik van de mobiele telefoon is op veel scholen waar ik heb gewerkt zo opgesteld dat ze niet in zicht mogen zijn tijdens de lessen, het liefst in de kluisjes liggen en dus ook niet fysiek in het lokaal aanwezig mogen zijn. Een totaal verbod tijdens de les lijkt me niet nodig. De mobiele telefoon wil ik tijdens de les gebruikt zien werken tijdens werkvormen waarbij ze aanwezig mogen zijn en ze tevens actief gebruikt worden. Bij bijvoorbeeld een Kahoot loop ik langs om te zien of iedereen is ingelogd. 

Om het makkelijk te maken voor leerlingen, heb ik altijd een telefoontas aanwezig. Van bepaalde leerlingen weet ik dat de verleiding te groot is om de telefoon te pakken tijdens de les; deze leerlingen laat ik standaard de telefoon in de telefoontas plaatsen. Van andere leerlingen benoem ik altijd dat zij zelf moeten beslissen of het voor henzelf beter is om ze in de tas te plaatsen of dat ze zich kunnen inhouden. Verder is gebruik van ongepaste media (Instagram, Netflix en dergelijke) uit den boze en bij het betrappen is er een sanctie. 

 


4.2.3) De docent toont aan dat hij ICT betekenisvol en efficiënt kan inzetten rekening houdend met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen.

Mijn lessen zijn altijd opgesteld op basis van een aantal didactische criteria, waarvan er eentje is dat ongeacht de grootte en diversiteit van een leerlingengroep, elke individuele leerling altijd aan slag zou moeten kunnen gaan op zijn of haar niveau op basis van de gewenste leerstijl. Dat vraagt nogal wat van de planning en organisatie van je les! Ik zorg ervoor dat er altijd verrijkingsmateriaal aanwezig is en ik zorg voor verschillende werkvormen. Ook maak ik gebruik van Flipping the Classroom, zodat leerlingen ook zelf (mochten ze het willen) de werkvorm en materialen kunnen doornemen. Daarna kan ik ze een keuze aanbieden van een product. Een voorbeeld: een leerling gaat verder kijken naar de grondwet van Amerika. Wat zijn de belangrijkste rechten, volgens de leerling, en waarom vind hij/zij dat? Dit mogen zij vervolgens uitwerken op papier, inspreken in een audiobestand en uploaden of interviewen aan elkaar en opnemen op video. 


4.3) Arrangeren van digitaal leermateriaal

4.3.1) De docent toont aan dat hij gebruik maakt van diverse vindplaatsen van digitaal leermateriaal en in staat is daaruit ander leermateriaal te arrangeren.

In mijn portfolio heb ik een variatie aan bronnen genoemd waar ik materiaal vandaan haal om een geschikt arrangement te hebben van geschikte didactische materialen. Nog eens op een rijtje: 


4.3.2) De docent toont aan dat hij digitaal leermateriaal kan aanpassen aan de kenmerken van de lerenden, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen in niveau, interesse, tempo en wijze van leren.

Zoals eerder aangegeven richt ik mijn ELO leeromgeving als zodanig in dat er wordt aangesloten op meerdere leerstijlen. Hiermee bedoel ik dat dezelfde uitleg bijvoorbeeld visueel wordt aangeboden middels Youtube materiaal zodat een leerling dit na kan kijken en beluisteren, maar ook een grammatica overzicht in geschreven tekst met afbeeldingen is hierbij beschikbaar (de ELO omgeving van aankomend jaar moet ik nog vorm geven, anders wilde ik hier graag een voorbeeld van doorlinken). Daarnaast heb ik op mijn Google Drive het materiaal van de cursus English Language Teaching in Practice online staan, waarbij er extra verdieping materiaal wordt aangeboden op verschillende niveaus (aangeduid met Eenvoudig, Gemiddeld en Uitdagend). Dit is op basis van de 4 vaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, spreken). Via de afbeelding hiernaast kunt u al het materiaal bekijken waar de leerlingen uit kunnen kiezen. Het totaalpakket bestaat uit: 1. De zogeheten 'Menukaart' waar alle opdrachten op staan, 2. de bijbehorende instructiekaarten en 3. het bijbehorend materiaal. 

  • Link naar de instructiekaarten: https://drive.google.com/open?id=1hgcDhqXBzEvg_67obt7SiuG0J6eFbMzW
  • Link naar het  bijbehorend materiaal: https://drive.google.com/open?id=1rfD-SX-ANpjJ35-WdZsOmmxtIqNBRKns

 


4.3.3) De docent toont aan dat hij in staat is om digitaal leermateriaal aan te passen rekening houdend met beeldschermdidactiek.

Zoals gedeeld onder subcompetentie 1.1.2, is in de les hieronder het standaard format te zien van mijn les Powerpoints. Deze Powerpoints zijn op basis van beeldschermdidactiek vormgegeven. Dit houdt in dat er duidelijk leesbaar en uiteengezet overzicht bestaat in de informatie aangeboden op het beeldscherm.  Dit houdt in: geen storende, 'drukke' achtergrond, afbeeldingen die ondersteunend zijn aan de inhoud, groot en duidelijk lettertype, korte en expliciete tekst instructies. Hierbij maak ik gebruik van Bitmoji afbeeldingen om een humoristische, persoonlijke twist aan de presentaties te geven. Om het voorbeeld nogmaals te zien, klikt u hieronder op de link. 

https://drive.google.com/file/d/1nAdKpAxWXiZPy6G6CqPxsy_Mo6jbCMsz/view


4.4) Kennisoverdracht

4.4.1) De docent toont aan dat hij gebruik maakt van ICT in zijn instructie en daarbij diverse hard- en software kan inzetten en 4.4.2) De docent toont aan dat hij ICT inzet om gestructureerd oefenen vorm te geven.

Bij mijn instructie gebruik ik standaard mijn Powerpoint presentatie als rode draad in de les. Hierop staat duidelijk vermeld middels de WHHTUK acroniem (afgeleid van het Model van Directe instructie (Geerts & Kralingen, 2011)) wat de instructie is bij een werkvorm tijdens de les. Meer dan eens merk ik dat een enkele leerling de aandacht er niet bij heeft als ik het verbaal noem, dus dit moet ten alle tijde duidelijk, kort en bondig zijn weergegeven in de Powerpoint presentatie.

Bij het gestructureerd oefenen gebruik ik een variatie aan ICT-toepassingen. Onder gestructureerd oefenen versta ik het aanbieden van gedifferentieerde lesmateriaal (verschillende niveaus) waarbij de leerling een leerproces doorloopt op basis van het Neuner ABCD model. Middels VO-next vorig jaar, en middels de methode van Wired aankomend schooljaar, doorlopen leerlingen eerst een warming-up zodat voorkennis wordt geactiveerd, nieuwe stof wordt bekeken/beluisterd/gelezen en wordt er geoefend in een omgeving waarbij ze hun leerproces visueel wordt gerepresenteerd (ze kunnen zien hoe ver ze zijn in de oefeningen). Daarna wordt het kader van de oefeningen steeds meer open, met steeds minder input van de leeromgeving. Daarna moet er bij het hoogste verwerkingsniveau transfer ontstaan, waarbij de nieuwe kennis wordt toegepast in een andere context. 


4.5) Kennisconstructie

4.5.1)  De docent toont aan dat hij de actieve kennisconstructie van zijn leerlingen bevordert met behulp van ICT.

Om voorkennis te activeren, of om een nieuw onderwerp te onderzoeken, laat ik geregeld leerlingen een mindmap maken zodat zij zelf een mentaal construct en hun associaties daarbij actief visueel kunnen maken. Een mindmap is daarbij een geschikte manier. Ik laat leerlingen een account maken op www.mindmeister.com/nl.

Op deze website kunnen zien dan wel in groepjes of zelfstandig hieraan werken. Een voorbeeld van de laatste les waarbij ze hier werkten was de Amerikaanse cultuur. Leerlingen moesten afbeeldingen, korte teksten of steekwoorden die zij hadden geassocieerd met de Amerikaanse cultuur. Hierbij moest een duidelijke opdeling zijn in subonderwerpen. 


4.5.2) De docent toont aan dat hij het leren leren van zijn leerlingen ondersteunt en bevordert met behulp van ICT.

Ik heb een les ontwikkeld, waarbij leerlingen hun eigen leerstijl moesten gaan onderzoeken. De les vindt u hieronder en het bekijken van deze Powerpoint presentatie toont aan hoe de les was opgebouwd. In de les zelf begin ik met uitleg waarom dit erg belangrijk is te onderzoeken (bewust maken van de huidige leerstijl, leermethodes) en dit uit te werken. Daarna moesten ze onderzoeken welke leerstijlen er nog meer zijn en experimenteren wat goed voor hen werkt. Daarna moesten ze hun bevindingen laten zien in een powtoon. Dit was een prachtig project!

https://drive.google.com/open?id=1wMYpf9cNYJ2Xp9d-oK0qiYs6wHMjSdpX


4.5.3) De docent toont aan dat hij de synchrone- en asynchrone samenwerking en communicatie tussen leerlingen en docent op een gepaste manier faciliteert door gebruik te maken van ICT.

Onder de subcompetentie 2.2.1 heb ik uiteengezet hoe ik TL3 leerlingen heb laten samenwerken aan project in een Google Doc bestand, waarin ik feedback heb gegeven. Ook heb ik elders uitgelegd hoe ik gewend middels Microsoft Word opmerkingen en de notities functie feedback geef aan mijn leerlingen. 


4.6) Beoordelen van leerprestaties en evalueren van onderwijs

4.6.1) De docent toont aan dat hij het leerproces van leerlingen zichtbaar kan maken en kan volgen door middel van diverse vormen van digitale toetsing en evaluatie.

Zoals vaker genoemd in dit portfolio, gebruik ik bijvoorbeeld drillster.com om vocabulaire te toetsen of laat ik leerlingen opdrachten maken in Socrative om gaten in de kennis te ontdekken. Ook wil ik in de toekomst Google Forms gebruiken om informatie te vergaren over bijvoorbeeld de ervaring van leerlingen bij een stagiaire die ik begeleid of om leerlingen te laten nadenken over leerdoelen bijvoorbeeld. In de toekomst wil ik (waarschijnlijk middels Socrative) een formatieve analysetool maken waarin ik een hoeveelheid vragen maak die elk inhaken op een subvaardigheid. Als leerlingen deze vragen maken, zal er uiteindelijk overzicht te downloaden zijn, waarin uiteengezet wordt welke subvaardigheid de leerling in uitblinkt en waarin de leerling nog tekortschiet. Dit zal een enorm project zijn, maar erg zinvol en cruciaal mijn inziens. 


4.6.2) De docent toont aan dat hij een digitale toets kan maken die transparant is op validiteit en betrouwbaarheid.

Een voorbeeld van een valide toets die digitaal was, is de leesvaardigheid toets die ik jaarlijks in elkaar zet. Hierbij maak ik gebruik van examenvragen, waarbij ik check op welke ERK-niveau de vraag en bijbehorende tekst is gescoord. De website http://www.cito.nl/onderwijs/voortgezet%20onderwijs/centrale_examens/normering_alg/cijferberekening toont aan hoe goed een examenvraag is gemaakt landelijk gezien en op basis van de eindniveaus van het SLO voor Engels is te zien welk examen je moet gebruiken voor het juiste ERK-niveau. Door op deze manier te werk te gaan, kan ik altijd onderbouwen voor collega's, ouders en leerlingen hoe een toets tot stand is gekomen. 


4.6.3)  De docent toont aan dat hij een digitale toets kan organiseren.

Zoals eerder genoemd, toets ik vaak vocabulaire middels de website www.drillster.com. Hierbij is het zeer eenvoudig om individuele antwoorden te bekijken per leerling, een score overzicht in excelbestand te downloaden en zelf een p-waarde analys overzicht te downloaden. Hiernaast is een score overzicht te downloaden van een vocabulaire SO van afgelopen jaar. 

test-results-report-so-31-during-the-year-and-professions-922018
Excel – 9,2 KB 138 downloads

Maak jouw eigen website met JouwWeb